Op reis met Atelier Africa Safaris, Travel Story:
ETHIOPIE: ATYPISCH AFRIKA
Atypisch Afrika Architecturale parels, een verlaten hooggebergt een de beste koffie ter wereld:
Ethiopië is een droombestemming voor reizigers die cultuur enavontuur graag combineren.
Geen wonder dat het land zich in sneltempo ontpopt tot de volgende reishype.
Wie reist om te ontsnappen, is in Ethiopië op de juiste plek. Je ruilt er de dagdagelijkse drukte in voor rust, de regen voor zon en de sleur voor voortdurende verbazing. Dat is mijn conclusie na een tiendaagse trip in het noorden. Het is de populairste en mooiste regio van het land, zo verzekeren enkele enthousiaste locals me bij aankomst. Mooi is het zeker, de populariteit valt in de praktijk nogal mee. Zelfs op de indrukwekkendste plekken blijft Ethiopië voorlopig gespaard van massatoerisme. Voorlopig, want dit soort landen is jammer genoeg met uitsterven bedreigd.
Ik start mijn reis in de drukke hoofdstad: Addis Abeba, een smeltkroes van nationaliteiten en culturen. De straten zijn volgebouwd met hypermoderne kantoren, imponerende wolkenkrabbers en fancy hotels. De lokale jeugd trekt naar deze stad op zoek naar werk of een toekomst. Als toerist kom je hier vooral om even op adem te komen en kennis te maken met de overheerlijke Ethiopische keuken. In het Nationaal Museum kan je terecht voor een snelcursus ‘Ethiopische geschiedenis voor beginners’. Ik laat me verleiden tot een gegidste rondleiding, maar halverwege word ik geveld door mijn jetlag vanwege de nachtvlucht. Gênant en vervelend: laat het een waarschuwing zijn.
Vijftig tinten blauw
Zonder talmen vlieg ik diezelfde dag nog door naar Bahir Dar, de perfecte uitvalsbasis voor waterliefhebbers en rustzoekers. Ik verblijf er in Kiruftu Resort and Spa, een prachtig hotel aan de voet van het gigantische Lake Tana. Vanop het terras kijk je uit over het eindeloze wateroppervlak, dat lijkt op te lossen in de lichtblauwe horizon. ‘Niet verwonderlijk dat ze vroeger dachten dat de aarde plat was’, schiet er door mijn hoofd, terwijl ik geniet van mijn huisgemaakte cocktail.
Lake Tana is het grootste meer van Ethiopië en beslaat qua oppervlakte ongeveer een tiende van België. Het ligt bezaaid met kleine eilandjes waarop de monniken in de 14de eeuw massaal kloosters en kerken hebben neergezet. Hoe ze dat precies hebben klaargespeeld, is me een mysterie. Indrukwekkend is het alleszins: van luiheid kan je deze monniken niet betichten.
De kloosters zijn gebouwd voor en door mannen. Als vrouw zet je daar geen voet binnen. Een boottochtje van een klein uur voert me naar een kerk waar ik wel binnen mag. Onderweg geniet ik van de heerlijke zon, het verfrissende briesje en de deining van de golven die bijna meditatief werkt. Ik richt mijn blik op de horizon, waar afgezien van een handjevol vissers en wat pelikanen niets of niemand passeert. Het duurt niet lang voor ik voel hoe de rust in mijn omgeving omgezet wordt in rust in mijn hoofd. Dit is het perfecte medicijn tegen stress en overprikkeling.
Koffieceremonie
Het eiland zelf is piepklein en stevig begroeid: wondermooi, maar ik kan me nauwelijks voorstellen dat hier mensen leven. Toch word ik meteen vrolijk begroet door enkele eilandbewoners, die me meetronen naar een markt. Naast sjaals, kleurrijke schilderijen en Christelijke kruisen verkopen ze er ook koffie, gemaakt van hyperlokale koffiebonen.
‘Do you want to participate in a coffee ceremony?’, vraagt de verkoper me met een zeemzoete glimlach. In zo’n idyllische setting is weigeren onmogelijk, dus vlij ik me gedwee neer op het kleurrijke tapijt. Het zwarte goud heeft een belangrijke sociale functie in Ethiopië, legt de gids me uit. ‘Iedereen komt samen op dezelfde plek om met elkaar te babbelen. Koffieceremonies zijn het moment om belangrijke gebeurtenissen of roddels op tafel te gooien.’ Het is een groot contrast met de manier waarop er in de westerse cultuur koffie wordt gedronken: haastig, onderweg en vaak met de blik op de smartphone gericht. Zou het kunnen dat wij, in onze haast om onszelf in sneltempo te ontwikkelen, iets kwijtgespeeld zijn? Ik word zowaar een tikje nostalgisch terwijl ik staar in mijn witte porseleinen kopje.
Het kerkbezoek is al even verrassend. In tegenstelling tot de kerken die ik ken, heeft dit exemplaar een ronde vorm. De muren zijn beschilderd met kleurrijke taferelen uit de Bijbel, in het midden wordt er een mysterieus relikwie bewaard. Hoe dat er precies uitziet, weet enkel een handjevol hoogstaande priesters. Als doorsnee bezoeker mag je de zaal jammer genoeg niet betreden. Doorgaans stoort het me niet dat ik geen religieuze achtergrond heb, nu baal ik flink. Als mens verlang je altijd een beetje naar datgene dat buiten handbereik ligt.
Wonderlijk waterspektakel
De volgende dag voert een gids me met een 4×4 naar de Blue Nile Falls, zo’n beetje de Niagara Falls van Ethiopië en de belangrijkste trekpleister in de regio. Ik snap meteen waarom: de weg erheen is een avontuurlijk rotspad dat je langs de meest afwisselende landschappen voert. Onderweg is het een komen en gaan van locals met koeien, kinderen of koopwaar. We passeren idyllische bruggetjes, weidse velden en moeten herhaaldelijk de Nijl oversteken. Dat alleen al is dik de moeite, en dan moet de waterval nog komen. De dag van mijn bezoek heb ik hoerenchance. Ik ben er tijdens het droogseizoen, maar dankzij de hevige regenval van de dag ervoor word ik getrakteerd op een heus waterspektakel waar ik helemaal in m’n eentje van kan genieten. Tenminste, als ik de grazende geiten voor de waterval niet meereken.
De volgende halte is Gondar, een middelgrote stad aan de voet van de Simien Mountains. Tot 1855 deed deze plek dienst als de hoofdstad en dat kan je nog duidelijk merken. Er heerst een gezonde bedrijvigheid en je kan de geschiedenis gewoon voelen als je er rondwandelt. Ik breng er een bezoekje aan Fasil Ghebbi, een reeks kastelen die op de UNESCO-werelderfgoedlijst staat. De rondleiding doen we met gids en dat is een absolute aanrader: de weetjes die hij over het kasteel vertelt, geven de plek een nieuwe dimensie. In de dierenkooien werden er bijvoorbeeld tot 1991 nog echte leeuwen gehouden. Een bedreigde diersoort gevangen in een kooi van 50 vierkante meter, dat kan je je nu nauwelijks nog voorstellen.
Het bezoek verwerk ik tijdens een overheerlijke lunch in The Four Sisters. Het is een traditioneel restaurant dat het beste uit de Ethiopische keuken samenbrengt op je bord. Je stelt je eigen menu samen op basis van het beschikbare buffet, maar eigenlijk kan je hier gewoon geen foute keuzes maken. Alles is zo overheerlijk dat ik er spontaan stil van word.
De sublieme Simien Mountains
Vanuit Gondar sta je op een kleine twee uur in de Simien Mountains, een gigantisch berggebied dat eveneens op de UNESCO-werelderfgoedlijst prijkt. ‘Welkom in onze eigen Grand Canyon’, glimlacht de gids. Qua uitzicht heeft het park inderdaad veel weg van z’n Amerikaanse tegenhanger, alleen is het hier minder druk en een pak spannender. Met wat geluk spot je er een van de vierhonderd laatste Ethiopische wolven, zo goed als zeker loop je er hele kuddes Gelada-apen tegen het lijf.
Ik overnacht een avondje in de bijna magische LimaLimo-lodge: een waanzinnig mooi ecohotel midden in het park. Slapen doe ik er in minimalistische houten kamers met gigantische ramen die uitkijken op de bergen. Het enige wat ik zie is natuur, het enige wat ik hoor zijn dierengeluiden. Vanuit het hotel kan je verschillende wandelingen maken, al is het minstens even leuk om je gewoon op het terras te installeren. Met het unieke uitzicht, de lekkere wijn en overweldigende stilte gaat genieten gewoon vanzelf.
Na die deugddoende rustdag trek ik dieper in het park. Het doel? Kennismaken met de Gelada-apen, de steenbokken en de Ethiopische wolf. Al snel blijkt die missie een pak makkelijker dan verwacht. ‘Shhhttt, daar zitten ze’, wijst de gids me aan na amper tien minuten stappen. Ik volg zijn vinger en zie een groep van ongeveer 70 apen ijverig grazen. Voorzichtig sluip ik dichter, maar de beesten zijn geïnteresseerder in het gras dan in mijn aanwezigheid. Ze hebben een soort onverstoorbare focus over zich waar je als mens spontaan jaloers op wordt. De vrouwtjes hebben een opvallende hartvormige rode plek op de borst. ‘Wanneer ze willen paren, kleurt dat rood nog niet iets feller’, vertelt de gids. Het zijn weetjes waar je hart week van wordt, al zit de omgeving daar natuurlijk ook voor iets tussen.
Per jeep trek ik verder naar de top van de berg, op 4.550 meter hoogte. Ook hier zijn ben ik alleen met de gids. Voor me huppelt een steenbok vastberaden naar zijn soortgenoten verderop. Naast me zit een aap onder een palmboom vredig te genieten van de zon. ‘Ik heb een van de laatste onontdekte plekjes op aarde gevonden’, bedenk ik dankbaar terwijl ik mijn blik laat glijden over de eindeloze horizon. Sommige dingen zijn zo groots dat ze amper in woorden te vatten zijn. Dit uitzicht is daar eentje van.
Kerken en cultuur
Mijn laatste halte is Lalibela, een stad die vooral bekend staat om z’n unieke rotskerken. In een krappe twee dagen bezoek ik ze alle twaalf, al is dat zeker geen must. Ook naast de kerken heeft Lalibela immers ontzettend veel te bieden. Zo is er het legendarische restaurant Ben Abeba, dat alleen al voor de architectuur en de spectaculaire zonsondergang een bezoekje waard is. En dan zwijg ik nog over de heerlijke honingwijn die ze serveren in een van de beruchtste dansbars in de stad. Ik trek erheen op mijn laatste avond. Na twee glazen ben ik aangeschoten genoeg om me te wagen aan een dancebattle met enkele lokale professionele dansers. Mijn dansprestaties worden op hoongelach onthaald, maar de bevrijdende euforie die ik erbij voel vat deze reis perfect samen. Ethiopië valt in geen enkel opzicht te vergelijken met andere Afrikaanse bestemmingen. Het is een land vol verbazing en zonder evidenties: een ervaring om nooit te vergeten.