Op reis met Atelier Africa Safaris, reisverhaal:
Botswana: Op het ritme van de rivier
Alhoewel gelegen in het midden van de Kalahari-woestijn, herbergt de Okavango-delta in Botswana
dankzij jaarlijkse overstromingen een brede waaier aan diersoorten. Dat maakt dit gebied, in juni 2014
door Unesco tot Werelderfgoed uitgeroepen, een van de uniekste safariplekken van Afrika.
Touch down in Botswana
Ons vertrek vanuit Kasane Airport had iets amateuristisch, of moeten we ‘gemoedelijk’ zeggen? Ook al proberen ze internationale standaards te halen, het lukt niet. Misschien omdat de stekker van de metaaldetector niet in het stopcontact stak. Met een vliegtuigje dat om turbulentie smeekt, een twaalf-seater Kodiak van de regionale maatschappij Safari Link, bestuurd door een good-looking bushpiloot in korte broek, vliegen we op vierhonderd meter hoogte over de savanne. We worden getroffen door het bruingroene en blauwe kleurenpalet, de enorme uitgestrektheid en de onvoorstelbare leegte; geen wegen, geen nederzettingen. De waarschuwing van onze piloot voor ‘some bumps’ was geen grapje, het speelgoedvliegtuigje bokt en schudt. Twee tussenlandingen en negentig minuten later strijken we neer op een onverharde, stofferige piste waar de terminal een houten schuurtje is. ‘Terminal 5’, heeft een grapjas op het welkombord geschilderd. Wat verder kijken een paar giraffen onbewogen toe. Daarnaast een mosgroene Toyota Land Cruiser, onze transfer naar Okuti Camp, een fijn plekje langs de Maunachira-rivier, een van vier lodges van de kleinschalige Ker & Downey-keten. En dat nemen ze hier serieus. Maximum tien gasten is het devies.
No stress brother
Kampmanager en grapjas van dienst is Bujos, voorzien van de looks van een Afrikaanse Mathias Schoenaerts en een stem die ongewenste wilde dieren op verre afstand houdt, leidt hij de staff met natuurlijk gezag én met een glimlach. “Onze shop is de enige winkel in een straal van 200 kilometer”, legt hij bloedernstig uit. “En de kans dat je de paraplu’s in de kamer nodig hebt, is klein. En wat de alarmhoorn in je kamer betreft, die gebruik je alleen wanneer er een olifant in je kamer staat. Staat hij er voor, dan neem je gewoon een foto.” Okuti werd tien jaar geleden gebouwd en ondertussen reeds gemoderniseerd. De unieke inplanting, de aparte architectuur (mosasa, een soort oversized hut, maar dan met vijf sterren) en de kleinschaligheid maken het een unieke plek. Of zoals exploitant Ker & Downey het graag omschrijft: “Een safari voor connaisseurs.” Na een voortreffelijke sandwichlunch met Kaapse sauvignon blanc maken we kennis met Mozes en Solly, respectievelijk gids annex sporenzoeker en chauffeur.
De Moremi Game Reserve is de speeltuin van Okuti, en wat een prachtige landschappen bevat het domein. We zien zebra’s, verdachte voetafdrukken van nijlpaarden (veruit de gevaarlijkste dieren in de jungle) en een massa olifanten. Vlakbij de terreinwagen wagen twee impala’s zich aan een imposante krachtmeeting, waarbij ze hun geweien luid tegen elkaar aan klappen. En aan enkele waterpoelen spotten we giraffen en een leeuwenfamilie. “Botswana is er niet om snel-snel de Big Five te zien”, legt Mozes uit. “Dit is geen been there, done that-bestemming, maar een raadselachtige regio waar je gewoon de natuur laat inwerken. Dit is het echte Afrika. “ Wanneer de zon bijna verdwijnt, stopt de Land Cruiser in een open vlakte en wordt er een sundowner gedronken terwijl in de verte een horde impala’s voorbijstormt en de bavianen ons vanuit de hoge bomen gadeslaan. Alle geluiden die we absorberen lijken kreten van oergeluk.
Een natuurlijke schatkamer
In een deel van de wereld dat bekendstaat om zijn grootse landschappen en weidse vergezichten weet de Okavango-delta er nog een schepje bovenop te doen en iedere reiziger te raken. Met zestienduizend vierkante kilometer is Okavango ’s werelds grootste binnenlandse delta, een waterrijk bosgebied met ontelbare kanaaltjes en lintachtige vertakkingen. Een extreem ecosysteem dat zijn oorsprong vindt in de loofwouden van Angola, vanwaar het water vanuit de hooglanden Botswana binnenstroomt en zich gedurende maanden verspreidt en een weg zoekt om finaal in het zand van de Kalahari-woestijn te verdampen. Nergens is het watersysteem met een oceaan verbonden. Het geheel is een weldadige plek van groene en vruchtbare vlaktes, honderden kilometers lang, een wirwar van riviertjes, kristalhelder omdat er veel sediment aan de grond wordt afgezet. De vorm van de delta wordt vaak vergeleken met een hand: de handpalm is het permanente moerasgebied en de vingers vormen waterlopen. Als thuisbasis van meer dan vijfhonderd verschillende vogelsoorten wordt het bekken ook wel de Hof van Eden genoemd. Een understatement, vinden sommige reizigers. Dus wordt het ook, omwille van de kanaalstructuur, als het ‘Venetië van de natuur’ omschreven.
Voorrecht per sportvliegtuigje
Achtenveertig uur later verplaatsen we ons naar Kanana Camp, ook een optrekje van Ker & Downey, 25 minuten vliegen en dieper gelegen in de zuidwestelijke kant van de delta. Een vrouwelijke pilote, voornaam onbekend en de leeftijd geschat op achttien, doet dat met panache en bravoure. In de VIP-lounge –weer zo’n grapje– staan T-man en Doctor ons op te wachten, onze nieuwe gids en chauffeur voor de komende twee dagen. Na een eerste safari-uitstap wordt het meteen duidelijk: in het hart van de Okavango is de natuurbeleving intenser en rijker dan in de marge van de delta. Het is een feit, een moeilijke maar onvermijdelijke keuze voor wie Okavango wil bereizen. Kanana Camp bevindt zich aan een arm van de Xudum-rivier. Deze keer logeren we in een soort paalwoningen, afgewerkt met canvas. Luxe optrekjes met somptueus bed, op en top koloniale nostalgie met ventilatoren in plaats van moderne airco, inclusief openluchtdouche tot en met afternoon tea of ijsgekoelde Windhoek-pils. Dit raakt zelfs de meest verstokte stadsmus vlug gewend.
Duur maar onvergetelijk
“Botswana, dat recent haar vijftig jaar onafhankelijkheid vierde, voert al jaren een beleid gericht op duurzaamheid”, legt T-man ’s avonds bij het bush dinner uit. “Daarbij wordt ingezet op het high cost, low impact-principe. Het resultaat is dat we de status van klassevol safariland hebben verworven. Het prijskaartje is er dan ook naar, want de enige manier is minder toeristen die elk meer betalen.” Dat maakt Botswana niet de eerste bestemming waar men aan denkt om in Afrika op safari te gaan. Anders dan bekendere landen zoals Kenia, Tanzania of Zuid-Afrika, is Botswana dan ook ongerepter en niet overspoeld met horden toeristen. Mikken op exclusief en duur klinkt elitair, maar heeft ook een diepere reden. “Deze misschien omstreden keuze maakt dat we onze fragiele biotopen niet verkwanselen aan het massatoerisme”, zegt T-man. “Botswana is geen ordinaire dierentuin, maar een kader dat je de kans geeft om op verantwoorde wijze dieren waar te nemen zoals dat anders nooit kan.”
Geruisloos per kano
Geruisloos duwt bootman Doctor met zijn lange stok de mokoro, onze kano, door het spiegelende water. Ondertussen vergapen we ons aan felblauwe ijsvogels, witte lepelaars en tientallen andere vogels waarvan we niet eens wisten dat ze bestonden. Jawel, ornithologen kunnen hier dagelijks een lange lijst vogelsoorten afvinken. De kano slingert tussen hoge papyrusplanten, olifantsgras en waterlelies. Nu en dan blijkt het waterpeil net dat ietsje te laag, en moet Doctor zijn gondelierspositie verlaten om ons een duwtje te geven. Het geschamper van nijlpaarden in de verte maakt dat hij op zijn hoede is. Want straks moeten we weer met de motorboot terug naar het kamp, en dan zijn plots opduikende nijlpaarden het enige obstakel. Thuis zou men het ergerlijk vinden om zo vroeg te moeten opstaan.
Nu is het heerlijk om in de blauwe ochtendschemering in een halve boomstam de geur van Afrika op te snuiven. Een tocht per mokoro biedt de mogelijkheid de delta vanaf het waterniveau te bekijken, de aandacht gefocust op het kleine leven. Oorspronkelijk werden de mokoro’s uit oude, rechte bomen gemaakt. Maar vandaag de dag gebruikt men kano’s van fiberglas, wat beter is voor het milieu. “De dieren spelen een belangrijke rol in de vorming van het landschap”, legt Doctor ons onderweg uit. “Nijlpaarden houden met hun groot lijf de moerassen toegankelijk. Olifanten zorgen met hun schijnbaar desastreuze eetgewoonten –bomen worden met wortel en al naar binnen geschranst– voor een open landschap dat voedsel en ruimte biedt aan vogels, insecten en tal van grassoorten. Termieten zorgen dan weer met hun heuvels voor de basis van eilandvorming.” Als toetje meren we aan onder de bomen waar de pelikanen in paringstijd verblijven. Honderden hangen er rond, lawaai makend, zichzelf opdirkend voor de beoogde partner.
Wachten op de regen
De laatste avond van onze vierdaagse dineren we op de houten loopbrug onder een rijke sterrenhemel. In de verte klettert een eerste onweer. “Binnen enkele weken komen de regelmatige regens”, zegt T-man ‘en zal het niveau van de kanalen op termijn met bijna een meter stijgen. Tot een tweede roefel, die plots veel dichter lijkt, ons allen opschrikt. In de wildernis is het drama nooit ver weg.